Aaneenschrijven: wanneer wel, wanneer niet?
Wanneer moet je woorden aaneenschrijven en wanneer niet? Veel studenten schrijven woorden die aaneen moeten los, of andersom. Daarom hieronder de belangrijkste regels op dit gebied.
1. Samenstellingen altijd aaneenschrijven
Samenstellingen schrijf je in het Nederlands altijd als één woord. Bij het nakijken van scripties is mij opgevallen, dat veel studenten samenstellingen los schrijven.
Voorbeelden:
– stageverslag
– reflectieverslag
– onderzoeksvaardigheid
– dataverzamelingsmethode
Deze samenstellingen schrijf je ook in meervoud als één woord, bijvoorbeeld: onderzoeksvaardigheden. Ook kan een samenstelling uit meer dan twee delen bestaan, zoals in ‘dataverzamelingsmethode’.
2. Samenstellingen met Engelse woorden ook aaneenschrijven
Ook samenstellingen met Engelse woorden schrijf je aaneen. Ook hierin kom ik veel fouten tegen bij het nakijken van scripties.
Voorbeelden:
– socialmediaberichten, socialmedia-berichten, of social-mediaberichten
– bigdatabronnen, big-databronnen, of bigdata-bronnen
– contentmanagementsysteem, content-managementsysteem, of contentmanagement-systeem
Bij deze samenstellingen mag je altijd een streepje toevoegen. Dat maakt het woord beter leesbaar.
3. Afleidingen moet je ook aaneenschrijven
Een afleiding is een woord dat bestaat uit één woord en één of meer voor- of achtervoegsels. Ook afleidingen schrijf je aaneen. Ook hierin zie ik zo nu en dan fouten bij het nakijken van scripties.
Voorbeelden:
– beargumenteren (be+argumenteren)
– subvragen (sub+vragen)
– inefficiënt (in+efficiënt)
4. Samengestelde werkwoorden schrijf je ook aaneen
Een samengesteld werkwoord bestaat uit twee delen. Deze twee delen komen ook als losse woorden voor. Samengestelde werkwoorden schrijf je aaneen. Ook hierin kom ik bij het nakijken van scripties, veel fouten tegen.
Voorbeelden:
– plaatsvinden
– bezighouden
– meegeven
5. Niet alles schrijf je aaneen
Je krijgt zo langzamerhand misschien het gevoel dat in het Nederlands alles aaneengeschreven dient te worden. Dat gevoel hebben sommige studenten ook. Daarom schrijven ze soms woorden die los horen, aaneen:
– door middel van (dus niet: doormiddel van, of door middelvan)
– stage lopen; stage gelopen (dus niet: stagelopen, stagegelopen)
Soms ligt het aan de betekenis
Soms ligt het aan de betekenis of je een woord aaneen moet schrijven of niet. Wanneer ik aanbied dat ik je scriptie kan nakijken voor een bepaald bedrag, doe ik jou een aanbod. Wanneer jij in je scriptie 3 verschillende thema’s behandelt, dan komen in jouw scriptie 3 thema’s aan bod.
Aaneenschrijven of niet: het blijft lastig.
Vind je het toch nog ingewikkeld? Laat je scriptie dan door mij nakijken. Ik verbeter graag de fouten! Ook leg ik graag uit wat je fout doet. Zo leer je om in het vervolg zelf betere teksten te schrijven. Je kunt vrijblijvend een offerte aanvragen via: lisa@berlangcommunicatie.nl of via het contactformulier op mijn website.
2 reacties
Audrey · juni 22, 2022 op 9:07 am
Ik heb zelf stage lopen altijd los geschreven, maar als je het artikel leest dan zou ik aan de hand van punt 4 verwachten dat je het juist wel aan elkaar moet schrijven. Immers stage en lopen zijn ook los bestaande woorden. Enig idee waarom dit voor stage lopen dan niet geldt?
Lisa Berlang · juni 22, 2022 op 9:45 am
Hoi Audrey,
Bij punt vier zeg ik “Deze twee delen komen ook als losse woorden voor”. Daarmee bedoel ik: samengestelde werkwoorden zoals ‘plaatsvinden’ bestaan uit twee woorden die ook als losse woorden voorkomen: plaats en vinden. Eén daarvan is een werkwoord.
Het is niet zo dat je twee losse worden waarvan er één een werkwoord is áltijd kunt samenvoegen tot een samengesteld werkwoord. Als je twijfelt of iets een samengesteld werkwoord is, moet je het altijd opzoeken. Alleen als het een officieel samengesteld werkwoord is, mag (en moet!) je het als één woord schrijven. Of, zoals ‘Onze Taal’ uitlegt: “Het is niet vreemd om te twijfelen over de spelling van stage( )lopen. Het is een vaste combinatie met een eigen betekenis, en veel van dat soort combinaties worden na verloop van tijd als één woord geschreven: denk aan hardlopen, kroeglopen en landlopen. Het is goed mogelijk dat stagelopen op termijn ook één woord wordt, maar nu is het nog niet zover.” Bron: https://onzetaal.nl/taalloket/stagelopen