Leuke Limburgse uitspraken
Geboren en getogen in Utrecht, woon ik nu al enkele jaren in Limburg. Toch word ik nog regelmatig verrast door de in mijn oren vreemd klinkende woorden en uitdrukkingen.
Daarom is het tijd voor deel II van mijn artikel over leuke Limburgse uitspraken. Want, zoals er in Limburg altijd genoeg vlaai is – of er nu iemand jarig is of niet – zo zijn de leuke Limburgse woorden en uitspraken voorlopig ook nog niet op.
Jatsen
‘Jatsen’ betekent letterlijk ‘lopen’ of ‘slenteren’, maar wordt vooral gebruikt als iemand iets leuks gaat doen uit huis, of – zoals we in het Standaard Nederlands zeggen – ‘op stap gaat’. Ik maakte er voor het eerst kennis mee nadat ik met mijn partner ‘op stap’ geweest was, we thuis kwamen en de buurman vroeg of we weer lekker waren ‘jatsen’?
D’n klets kriegen
In deze tijd is een verstopte neus en een hoestje helaas niet altijd zo onschuldig. Maar het hoeft niet altijd ‘keroona’ te zijn. Je kunt ook altijd nog gewoon ‘D’n klets kriegen’, oftewel: een koutje vatten.
Sjattepoemel
Ik ben nog niet zo ver gelimburgerd (ingeburgerd onder de Limburgers) dat ik dit zonder blikken of blozen kan zeggen. En tot nu toe heeft nog niemand – zelfs niet mijn eega – mij zo genoemd. Het is dan ook een erg zoetsappig koosnaampje, die eigenlijk een combinatie is van twee woorden die allebei ‘schat’ betekenen: sjat en poemel. Je kunt ‘poemel’ of de verkleinvorm ‘puumelke’ ook los gebruiken, maar dat hoor ik eigenlijk nooit.
Foetelen
Foetelen komt (door r/l wisseling) van foeteren. Dat kennen we in het Standaard Nederlands als mopperen of schelden. Toch is dat niet wat ‘foetelen’ in het Limburgs betekent. Het betekent namelijk ‘valsspelen’. Voor de betekenis van Limburgse woorden en uitdrukkingen kun je vaak beter naar het Vlaams, Frans of Duits kijken, dan naar het Standaard Nederlands. In het Vlaams betekent ‘foetelen’ oneerlijk spelen of bedriegen.
Nóndedzju!
Ook bij dit woord moeten we over de landsgrenzen heen kijken om de betekenis te begrijpen. Nóndedzju is namelijk een verbastering van het Franse Nom de dieu (In Godsnaam). Het is dus wat we noemen een krachtterm of bastaardvloek.
Vind je Nóndedzju niet krachtig genoeg, dan heb je nog een optie om het sterker te maken. Gadnondeju is namelijk een combinatie van God en Nondedzju. Een zogenaamde dubbele of gestapelde vloek, voor wie erg boos is. Zelf gebruik ik het ook wel eens op ironische wijze, als iets helemaal niet zo erg is.
Totaal niet Limburgs, maar ook leuk, vind ik om het te combineren met ‘nog es aan toe’. Ik zeg het dan op zo’n manier dat het nét niet rijmt. Nóndedzju nog eens aan toe.