Zo spreek je LHBTI’ers aan in jouw teksten
Niet elke tekst is vanzelfsprekend inclusief voor mensen die zich identificeren als een lesbisch, homo, biseksueel, transgender of intersekse persoon (lhbti’ers). Zo lees ik in websites die over trouwen gaan, altijd over ‘de bruid en de bruidegom’ en nooit over ‘de twee bruiden’. Ook wordt in veel teksten gesproken over ‘hij of zij’, terwijl er ook mensen zijn die zich níet als man of vrouw identificeren.
Daarnaast voelen niet alle lhbti-personen (waaronder ik mijzelf ook reken) zich voldoende gerepresenteerd in romans, films en verhalen. En wanneer lhbti’ers wel worden gerepresenteerd, gaat dat soms gepaard met vooroordelen en stereotypering. Wil jij genderneutraal en inclusief schrijven, maar weet je niet goed op welke manier, of welke woorden en termen je moet gebruiken? Dan is dit artikel voor jou!
LHBTI: termen en definities
Hieronder bespreek ik een aantal termen die handig zijn om te kennen als je je wilt verdiepen in deze onderwerpen. De meest bekende termen bespreek ik niet, omdat ik ervan uitga dat de meeste mensen deze wel kennen (zoals ‘homo’ of ‘lesbisch’). Dit is absoluut geen complete lijst. Een completere lijst vind je hier.
LHBTI of LHBTI+
Deze term is een afkorting voor lesbisch, homoseksueel, biseksueel, transgender en intersekse. Met de lhbti-gemeenschap wordt meestal iedereen bedoelt die zich niet identificeert als heteroseksueel en/of cisgender. Echter, het kan dat je je niet identificeert als een lesbisch, homoseksueel, biseksueel, transgender of intersekse persoon, maar óók niet als heteroseksueel en/of cisgender. Daarom wordt vaak achter de afkorting nog een “+” gezet: lbhti+-personen, bijvoorbeeld. Het plusje geeft aan dat je hiermee iedereen bedoelt die buiten de heteroseksuele en cisgender norm valt.
LGBTQ of LGBTQIA of LGBTQIA+
Dit zijn vergelijkbare Engelse termen. LGBTQIA staat voor: lesbian, gay, bisexual, transgender, queer, intersex en asexual. Het plusje dient hierbij dezelfde functie als hierboven.
Cisgender
Als je ‘cisgender’ bent komt de gender die jou is toegeschreven bij je geboorte, overeen met je eigen genderidentiteit. Bij je geboorte zei de dokter bijvoorbeeld: “Het is een meisje” en zo voel jij je ook. Als je ’transgender’ bent is dit – meestal – niet het geval.
Trans persoon of transgender persoon
Een trans persoon of transgender persoon is iemand van wie de genderidentiteit (simpel gezegd: hoe je voelt) en/of genderexpressie (simpel gezegd: hoe je je uit) niet (volledig) overeenkomt met het geslacht dat bij de geboorte is toegekend.
Intersekse persoon
Een intersekse persoon is een persoon die geboren is met een lichaam dat niet past binnen de normatieve definities van man en vrouw (simpel gezegd: een lichaam dat niet voldoet aan het idee dat onze maatschappij heeft van een ‘vrouwenlichaam’ of een ‘mannenlichaam’).
Non-binair
Een non-binaire genderidentiteit past niet in de hokjes “man” of “vrouw”. Het kan hierbij gaan om mensen die zich zowel mannelijk als vrouwelijk voelen, of om mensen die zich geen van beide voelen. In het Engels wordt vaak de term ‘non-binary’ of ‘genderqueer’ gebruikt.
Heteronormativiteit
Heteronormativiteit is een concept dat aangeeft dat heteroseksueel zijn de norm is in onze samenleving. Elke andere vorm van seksualiteit (of a-seksualiteit) wordt gezien als afwijkend. Heteroseksualiteit wordt gezien als ‘normaal’ en ‘natuurlijk’, terwijl elke andere vorm van seksualiteit (of a-seksualiteit) wordt gezien als ‘niet normaal’, ‘onnatuurlijk’, of ‘verkeerd’. Hierdoor krijgen mensen die niet-hetero zijn vaak te maken met discriminatie, vooroordelen en onbegrip.
Cisnormativiteit
Cisnormativiteit is een concept dat aangeeft dat ‘cisgender’ zijn de norm is in onze samenleving. Elke andere vorm van genderuiting of genderbeleving wordt gezien als afwijkend. Cis-zijn wordt gezien als ‘normaal’ en ‘natuurlijk’, terwijl trans-zijn wordt gezien als ‘niet normaal’, ‘onnatuurlijk’ of ‘verkeerd’. Hierdoor krijgen trans personen vaak te maken met discriminatie, vooroordelen en onbegrip.
Genderneutraal en inclusief schrijven: tips
Inclusief schrijven kan soms lastig zijn. Veel alledaags taalgebruik is doorspekt van heteronormatieve en cisnormatieve denkbeelden. Daarom hieronder een aantal tips.
1. Denk goed na over je doelgroep
Verkoop je sport-bh’s? Dan denk je waarschijnlijk dat jouw doelgroep heel eenvoudig is: vrouwen! Maar heb je er wel eens over nagedacht dat er mensen zijn die graag sport-bh’s dragen, maar zich niet identificeren als vrouw? Zij voelen zich misschien niet aangesproken door een tekst als “Elke vrouw wil zich op haar gemak voelen tijdens het sporten” of “wij verkopen sterke sport-bh’s voor sterke vrouwen”. De eerste stap is dus écht goed nadenken over je doelgroep en erkennen dat je teksten beter en inclusiever kunnen. Vervolgens neem je je teksten onder de loep en ga je herschrijven.
2. Spreek de lezer direct aan
Je kunt veel ‘problemen’ oplossen door jouw lezer aan te spreken met ‘u’ of ‘jij’. In plaats van “veel vrouwen zullen zich herkennen in het volgende probleem…” kun je bijvoorbeeld schrijven: “Misschien herken je het volgende probleem…” In plaats van “we verwachten dat elke medewerker zijn werkkleding draagt” kun je ook schrijven: “we verwachten dat jij je werkkleding draagt”.
3. Denk na over je eigen veronderstellingen
Ik was net een paar weken getrouwd en ik kreeg post van het pensioenfonds van mijn vrouw. “Geachte heer Berlang,” stond er boven de brief. Hoe dat komt? Het pensioenfonds had van de gemeente gehoord dat mijn vrouw getrouwd was. En zij gingen er automatisch van uit dat dat met een man was. Veel van dit soort veronderstellingen zijn ingebouwd in de geautomatiseerde systemen van een bedrijf. Als een vrouw trouwt, wordt er automatisch een brief gestuurd met ‘Geachte heer’. Denk er dus goed over na waar jij – onbewust – van veronderstellingen bent uitgegaan en zorg ervoor dat je ook in je geautomatiseerde communicatie inclusief bent.
4. Gebruik een genderneutrale aanhef
Dat brengt me gelijk bij het volgende: de aanhef bij brieven en e-mails. Hiervoor wordt heel vaak ‘Geachte heer’, ‘Geachte mevrouw’, of ‘Geachte heer of mevrouw’ gebruikt. Naast dat dit dus wel eens verkeerd kan gaan, zijn er ook mensen die zich niet identificeren als man óf vrouw. Hoe los je dit op? Wanneer mogelijk kun je de persoon gewoon bij de voornaam en/of achternaam aanspreken. Mijn achternaam en initialen stonden in de brief, dus deze waren gewoon bekend bij het bedrijf. ‘Geachte L.N. Berlang,’ had wat mij betreft een prima oplossing geweest. Weet je de naam niet van de persoon die je aanspreekt? Kies dan voor ‘Geachte klant’, ‘Beste lezer’, of ga voor een creatieve oplossing waarbij je de overeenkomst van jouw doelgroep benoemd. Niet voor niets zegt de NS tegenwoordig ‘Beste reizigers’, in plaats van ‘Beste dames en heren’.
5. Gebruik waar mogelijk genderneutrale woorden
Gebruik bijvoorbeeld ‘ouders’ in plaats van ‘vaders en moeders’, of ‘partner’ in plaats van ‘man’ of ‘vrouw’, ‘vriend’ of ‘vriendin’ en ‘kinderen/scholieren/leerlingen’ in plaats van ‘jongens en meisjes’.
6. Respecteer iemands persoonlijke voornaamwoorden
Schrijf je bijvoorbeeld een artikel over iemand, naar aanleiding van een interview? Vraag dan hoe diegene geïdentificeerd wil worden in het artikel. Ga er niet automatisch vanuit dat je weet dat iemand als ‘hij’, of juist als ‘zij’ aangesproken wil worden, maar vraag hiernaar. Veel voorkomende voornaamwoorden zijn: zij, hij en hen. ‘Hen’ wordt veel gebruikt voor mensen die zich niet als man of vrouw identificeren. De persoonsvorm staat hierbij in enkelvoud: ‘Hen heeft recent een boek uitgebracht’, bijvoorbeeld.
7. Je hoeft niet expliciet te benoemen hoe inclusief je bent
Genderneutraal en inclusief schrijven doe je, omdat je hiermee een grotere doelgroep aanspreekt en minder mensen uitsluit. Dit hoef je vervolgens niet uit te leggen. Wanneer je een brief begint met ‘Beste ouders’, hoef je niet uit te leggen dat je dit doet omdat je weet dat er verschillende vormen van ouderschap bestaan. Goed genderneutraal en inclusief taalgebruik valt niet op. Het is er gewoon.
8. Vermijd stereotypes
Deze tip spreekt misschien voor zich. Niet elke vrouw wil kinderen en niet elke man houdt van auto’s. Sommige meisjes vinden barbies saai en sommige jongens houden niet van voetbal. Ook heeft niet elke lesbische vrouw kort haar. En zo kan ik nog wel even doorgaan. Dit komt eigenlijk weer terug op punt drie: denk goed na over je eigen veronderstellingen.
Hulp nodig bij genderneutraal en inclusief schrijven?
Wil jij dat jouw teksten een grote scala aan mensen aanspreken? Merk je dat op jouw vacatures alleen mannen reageren? Of wil je sparren over de manier waarop jij LHBTI-personages kan portretteren in jouw roman? Neem dan contact met mij op. Ik help je hier graag bij!
Credits
De afbeelding in de header is afkomstig van rawpixel.com on Freepik.