Schrijven voor kinderen

Eenvoudig schrijven voor kinderen

Of je nu een verhaal, een tekstboek, of een instructie voor kinderen schrijft, schrijven voor kinderen is anders dan schrijven voor volwassenen. Dat een tekst voor kinderen “eenvoudiger” moet zijn dan een tekst voor volwassenen, dat begrijp je vast. Maar wat houdt “eenvoudig schrijven” precies in? Waar moet je op letten?

Over het algemeen geldt: hoe jonger het kind, hoe eenvoudiger de tekst moet zijn. Je kunt daarbij onderscheid maken tussen eenvoudig om te lezen (leesniveau) en eenvoudig om te begrijpen (begripsniveau).

Leesniveau kinderen (technisch lezen)

Elk kind heeft een ander leesniveau. Als we het hebben over een tekst die ‘eenvoudig te lezen’ is, bedoel we dat het kind de benodigde leestechniek beheerst om de tekst te kunnen lezen. Om een tekst begrijpelijk te maken voor kinderen moet de tekst op woordniveau en op zinsniveau aan het leesniveau van het kind voldoen.

  • Woordniveau: op woordniveau kun je letten op het aantal lettergrepen van een woord. Hoe meer lettergrepen, hoe moeilijker het woord. Ook zijn klankzuivere woorden, zoals maan (de “aa” wordt ook echt uitgesproken als “aa”) makkelijker dan woorden die niet klankzuiver zijn, zoals manen (de “a” wordt uitgesproken als “aa”) of beer (de “ee” wordt uigesproken als “i”). Dubbelklanken, zoals “ei” en “oe” zijn nog moeilijker. Ook bepaalde lettercombinaties, zoals “sch” en “ts” zijn moeilijk te lezen.
  • Zinsniveau: op zinsniveau kun je letten op de lengte van een zin. Hoe langer de zin, hoe moeilijker. Kinderen hebben in het bijzonder moeite met tussen- en bijzinnen.

AVI-niveaus kinderen basisschool

Het niveau waarop een kind leest, wordt vaak aangeduid met het AVI-niveau. In totaal zijn er twaalf AVI-niveaus. Deze niveaus lijken in eerste opzicht misschien wat ingewikkeld, maar zijn eigenlijk heel logisch. Ze corresponderen namelijk met het leerjaar waarin de meeste kinderen dit niveau beheersen. We maken daarin onderscheid tussen halverwege dit leerjaar, of aan het einde van dit leerjaar.

Een voorbeeld: AVI-niveau M4 staat voor het niveau dat de meeste kinderen hebben wanneer zij halverwege (medio) groep 4 zijn. AVI-niveau E4 staat voor het niveau dat de meeste kinderen hebben wanneer zij aan het einde van groep 4 zijn. Dit loopt van AVI-M3 tot AVI-E7, van midden groep 3 tot eind groep 7 dus.

Dan zijn er nog twee AVI-niveaus met een afwijkende naam:

  • AVI-S: dit staat voor start en is voor beginnende lezers, nog voorafgaand aan groep 3.
  • AVI-P: dit staat voor ‘plus’ en is voor gevorderde lezers, voor kinderen die nog beter lezen dan kinderen aan het eind van groep 7.

Begripsniveau kinderen (begrijpend lezen)

Ook heeft elk kind een ander begripsniveau. Wanneer we spreken over een tekst die ‘eenvoudig te begrijpen’ is, hebben we het niet over de vraag of het kind de tekst technisch gezien kan lezen, maar of het kind ook echt begrijpt wat er staat.

Het begripsniveau van een kind hangt af van:

  • de leeftijd;
  • de levenservaring;
  • de leefwereld van het kind.

CLIB-niveaus kinderen basisschool

Net als voor technisch lezen, is ook voor begrijpend lezen een systeem bedacht om het niveau van een kind te bepalen. Dit word het CLIB-systeem genoemd. Dit werkt ongeveer hetzelfde als de AVI-niveaus, alleen wordt er maar één keer per leerjaar gemeten.

Dit systeem heeft acht niveaus: CLIB-Start – 3 – 4 – 5 – 6 – 7 – 8 – CLIB-Plus.

Hierbij staat CLIB 5 bijvoorbeeld voor het gemiddelde niveau van een kind uit groep 5.

Schrijven voor kinderen: vier punten om op te letten

Kortom, wil je een tekst aanpassen voor een jong publiek? Dan geldt: hoe jonger het kind, hoe groter de vertaalslag.

  1. Pas je woordgebruik aan: gebruik niet te moeilijke woorden.
  2. Pas je formuleringen aan: gebruik niet te lange zinnen. Gebruik voor jonge kinderen nooit bijzinnen en tussenzinnen.
  3. Houd rekening met het begripsniveau van kinderen. Een kind moet de tekst niet alleen technisch kunnen lezen, maar ook daadwerkelijk kunnen begrijpen.
  4. Houd rekening met de levenservaring en leefwereld van kinderen.

Een voorbeeldje

Om een idee te geven van hoe je een verhaal (of ander soort tekst) kunt aanpassen voor kinderen, geef ik hieronder een zelfgeschreven voorbeeld. Het betreft een verhaal over mij en mijn zusjes als kinderen. In het eerste voorbeeld schrijf ik dit verhaal voor volwassenen. In het tweede voorbeeld schrijf ik dit verhaal voor kinderen.

Het verhaal geschreven voor volwassenen

Toen ik klein was zei mijn moeder dat zij kon zien wanneer ik en mijn drie zusjes logen. Zij zei dat er dan een groot blauw kruis op ons voorhoofd stond. Als wij bijvoorbeeld stiekem een koekje hadden gepakt, maar bij hoog en laag beweerden dat we dit niet hadden gedaan, zei mijn moeder: ik zie het aan jullie voorhoofden! Wij geloofden dit heilig en bedachten allerlei truckjes om het blauwe kruis te verbergen. Als we een leugentje wilden vertellen deden we snel ‘onopvallend’ – dachten wij – ons hand voor ons voorhoofd. Toen ook dat niet bleek te helpen, besloten we alle drie dat we een pony wilden. Niet om op te rijden, maar om onze leugens achter te verbergen.

Hetzelfde verhaal geschreven voor kinderen

Ik was zeven jaar oud. Mijn moeder zei dat ze wist wanneer ik loog. En ze wist ook wanneer mijn zusjes logen. “Dan komt er een groot blauw kruis op jullie hoofd,” zei ze. En ze wees tussen onze ogen en ons haar. Soms wilden wij een leugen vertellen. Bijvoorbeeld wanneer we stiekem een koekje hadden gepakt. Maar we wilden niet dat onze moeder het blauwe kruis zou zien. Daarom verstopten we het kruis achter onze handen. Helaas, dat had onze moeder snel door! Maar hoe konden we het kruis dan verstoppen? Na lang denken wisten we het. We namen alle drie een pony. Niet een klein paardje om op te rijden.  Nee, een kapsel waarbij je haar naar voren wordt gekamd! Achter dat haar verstopte we het blauwe kruis. Zo konden we toch af en toe een leugen vertellen.

Gemaakte aanpassingen

In het tweede verhaal heb ik de volgende aanpassingen gemaakt:

  • Ik heb de zinnen korter gemaakt en de bijzin weggelaten. Ook heb ik moeilijke formuleringen weggelaten, bijvoorbeeld: “bij hoog en laag beweren”.
  • Ik heb moeilijke woorden weggelaten: truckjes (technisch een moeilijk woord en niet elk kind zal het kennen), onopvallend (technisch moeilijk), voorhoofd (zal niet ieder kind begrijpen), heilig (technisch moeilijk en niet elk kind zal het begrijpen). Ook heb ik waar mogelijk langere woorden ingekort (leugentje – leugen).
  • Ik geef meer uitleg over de situatie. Zo maak ik in het verhaal voor kinderen expliciet dat onze moeder doorhad wat we deden, waar ik dat in het verhaal voor volwassenen voor zichzelf laat spreken. Ook leg ik uit wat een pony is en maak ik het verschil tussen een pony om op te rijden en het kapsel expliciet. Ten slotte zeg ik dat we het blauwe kruis achter het haar probeerde te verbergen, terwijl ik in het verhaal voor volwassenen zeg dat we ‘de leugentjes’ achter de pony verborgen (onbegrijpelijk voor een jong kind).

Schrijven voor kinderen? Laat het niveau van je tekst nakijken!

Heb jij een kinderboek geschreven en wil je zeker zijn dat het niveau van jouw tekst aansluit op je beoogde publiek? Of wil je dat jouw tekstboek of instructie ook door kinderen te begrijpen is? Laat je tekst dan nakijken door een redacteur met verstand van het leesniveau en begripsniveau van kinderen van verschillende leeftijden. Lees hier meer over het laten controleren van jouw manuscript, of neem direct contact met mij op.

Bronnen

Voor dit artikel is gebruikgemaakt van het eerste hoofdstuk, ‘Schrijven voor Kinderen’, uit het boek ‘Kinderverhalen Schrijven’ van de Onderwijs Groep Nederland (OGN) (z.d.) en van het artikel ‘Ontdek alles over het leesniveau van je kind‘ van de website ‘Wijzer over de Basisschool’ (geraadpleegd op 30-10-2020).

De afbeelding in de header is een door Berlang Communicatie met behulp van DAll-E 3 gegenereerde afbeelding.

Neem contact op

Via dit formulier kun je contact met mij opnemen en geheel vrijblijvend een offerte aanvragen.